WAO vervolguitkering

Als uw werknemer zijn/haar loondervingsuitkering stopt, komt hij/zij in aanmerking voor een vervolguitkering. Mensen die bij toekenning van de WAO jonger zijn dan 33 jaar krijgen direct te maken met een vervolguitkering.

Wat is de duur en hoogte van een vervolguitkering?

Bij een vervolguitkering wordt maar voor een deel rekening gehouden met het vroegere loon van uw werknemer. Daarom is deze uitkering (meestal) lager dan een loondervingsuitkering. De hoogte van een vervolguitkering per dag is het uitkeringspercentage maal het vervolgdagloon. Een vervolguitkering kan in principe doorlopen tot het 65e jaar.

Het vervolgdagloon bij een vervolguitkering is het wettelijk minimumloon plus een verhoging. Deze verhoging wordt in 3 stappen berekend:

• 1. Het verschil tussen dagloon en minimumloon;
• 2. De leeftijd op de eerste WAO-dag min 15, keer 2;
• 3. De verhoging is dan het resultaat van stap 1 x % van stap 2.

Is het dagloon lager dan of gelijk aan het minimumloon? Dan is het vervolgdagloon gelijk aan het dagloon.

Voorbeeldberekening van een vervolguitkering?

Bij de berekening van een vervolguitkering wordt voor elk jaar dat uw werknemer ouder is dan 15 jaar 2% van het verschil tussen het dagloon en het wettelijk minimumloon bij het minimumloon opgeteld. Dit dagloon wordt met het uitkeringspercentage, waar iemand op grond van zijn/haar WAO-beoordeling recht op heeft, vermenigvuldigd.

Gegevens vanuit de loondervingsuitkering:

Dagloon is €114 euro;
WAO-klasse is 35-45 % en het uitkeringspercentage 28 %;
Leeftijd werknemer 40 jaar;
Wettelijk minimum dagloon €50 euro.

De berekening van een vervolguitkering is dan als volgt:

Uw werknemer is 25 jaar ouder dan 15 jaar. Er wordt dan 50% (2 % x 25 jaar) van het verschil tussen zijn dagloon en het minimumloon bij het minimumloon opgeteld.

Verschil dagloon en wettelijk minimum dagloon = €114 - €50 = € 64 euro
50 % (= 2 % x 25) x € 64 euro = € 32 euro
€50 euro (= wettelijk minimum dagloon) + € 32 = € 82 euro

De vervolguitkering is dan 28% van €82 euro = €23 euro p/d (= € 498 euro p/mnd).

Bij een vervolguitkering geldt hetzelfde als bij een loondervingsuitkering, wanneer iemand verzorging of hulp nodig heeft bij zijn/haar dagelijks functioneren dan kan de uitkering 85% of 100% van het vroegere loon worden. Is de uitkering echter lager dan het sociaal minimum dan kan degene een toeslag aanvragen.