WWNV

Het kabinet had een plan voor een nieuwe wet in 2012 geïntroduceerd, om te stimuleren dat zoveel mogelijk mensen door werk in hun eigen onderhoud gingen voorzien. Deze wet heette de Wet werken naar vermogen (WWNV) en was nog in voorbereiding voordat hij werd vervangen in 2013 door het wetsvoorstel Participatiewet, welke op
1 januari 2014 in werking moet treden.

WWNV in plaats van WIJ, WSW of Wet Wajong

De Wet werken naar vermogen zou meerdere wettelijke regelingen voor arbeidsongeschikten samenvoegen. Voor wie (gedeeltelijk) zou kunnen werken, zou dan per 1 januari 2013 de WWNV in plaats van de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet Sociale werkvoorziening (WSW) of de Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) gelden. De WWNV zou gevolgen hebben voor mensen die nu onder de Wajong vielen. De bedoeling was namelijk dat het UWV zou bekijken welke mensen met een Wajong-uitkering zouden kunnen werken. Als de plannen zouden zijn doorgegaan, zouden verschillende situaties zijn ontstaan:

• Als uw werknemer (gedeeltelijk) had kunnen werken, kreeg hij/zij vanaf
  1 januari 2014 een lagere uitkering (70% van het wettelijk minimumloon). Hij/zij was immers in staat om door werk een aanvullend inkomen te verdienen;
• Was uw werknemer na 1 januari 2012 in de Wajong ingestroomd, maar kon hij/zij (toch) werken, dan zou vanaf 2014 de WWNV voor hem/haar gaan gelden. Kon hij/zij echter helemaal niet werken, dan bleef de situatie ongewijzigd.

Let op: De Wet werken naar vermogen (WWNV) gaat echter niet door maar zal in 2014 worden vervangen door de Participatiewet.