De Wajong tot 1 januari 2010 (oude situatie) - de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (oude situatie) verschilt met de Wajong vanaf 1 januari 2010 (nieuwe situatie) - de Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten.
Het grootste verschil tussen beide wetten is dat bij de eerste wet de focus lag op het regelen van de uitkering, bij de nieuwe wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten ligt de focus op het vinden en behouden van werk. De term Wet Wajong wordt (enigszins verwarrend) echter vaak onterecht gebruikt om zowel de oude als de nieuwe wet aan te duiden.
Iedereen die voor 1 januari 2010 een Wajong heeft ontvangen heeft recht op een Jonggehandicapten-uitkering, deze blijft gelden tot je 65ste. Wel wordt regelmatig beoordeeld of degene nog recht heeft op voortzetting van zijn/haar uitkering.
Het UWV kijkt voor de hoogte van deze uitkering naar wat iemand nog zelf kan verdienen en wat hij/zij zou verdienen als hij/zij niet arbeidsongeschikt was geworden. Welk bedrag iemand precies krijgt, wordt bepaald door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het UWV. Zij bepalen voor hoeveel procent iemand arbeidsongeschikt is. De hoogte van de uitkering is dus afhankelijk van zijn/haar mogelijkheden om nog te kunnen werken.
Iedereen die na 1 januari 2010 een Wajong aanvraagt, wordt gekeurd. Dit is echter nog niet de definitieve keuring! Tot iemands 27ste jaar vinden namelijk tussentijdse beoordelingen plaats en hierna vindt pas de definitieve keuring plaats. Als hij/zij daarna een Wajong blijft houden, geldt deze tot zijn/haar 65ste.
Voor een Wajong uitkering na 1 januari 2010 geldt dat voor de hoogte van de uitkering onderscheid wordt gemaakt tussen:
De uitkering wordt vastgesteld op basis van het loon dat iemand met werken kan verdienen. De maximale hoogte van een Wajong uitkering is 75% van het Wettelijk Minimum Loon.
Ieder persoon die onder groep 1, 2 of 3 valt (zoals hierboven weergegeven) maakt in samenwerking met het UWV een "Participatieplan". In dit plan wordt de beste manier beschreven om
(in de toekomst) aan het werk te gaan, dus wat er precies in een participatieplan staat, is voor iedereen verschillend.
De volgende zaken staan er ieder geval in:
Het kan zijn dat ouders, begeleiders of mentoren van scholen worden betrokken bij het opstellen van het participatieplan.
Waarom bij ons een ARBO offerte aanvragen?
Testimonials
Benieuwd naar ervaringen van anderen met onze adviseurs?